FOTO's! - Reisverslag uit Techiman, Ghana van Liselotte Juliane Steenis - WaarBenJij.nu FOTO's! - Reisverslag uit Techiman, Ghana van Liselotte Juliane Steenis - WaarBenJij.nu

FOTO's!

Door: Liselotte

Blijf op de hoogte en volg Liselotte Juliane

06 Augustus 2008 | Ghana, Techiman

HANS, PALEN & EEN VLUCHTELINGKAMP

Foah! Dat is even geleden, de update. En hoe langer je wacht hoe naarder het wordt; wat een hoop te vertellen!
Tja, het is moeilijk om jezelf op te sluiten in een zweterig internetcafe met trage computers, als buiten de zon schijnt en Afrika op je wacht (letterlijk, iedereen wacht, dat is bezigheid nr. 1 van de Ghaneze bevolking. Ik ben er inmiddels dusdanig in getraind dat je me BIJNA geduldig zou kunnen beginnen te noemen, bijna.). However, hoedanig we hier ook in het moment leven en elke dag en belevenis volledig in ons opnemen, het is lekker om nu toch even te gaan zitten en even te vertellen hoe het er hier aantoe gaat! Zodat, mocht het nog een keer gaan regenen deze zomer in Nederland, er in ieder geval op deze site multicultureel leesvoer beschikbaar is :).
Oke, de vorige keer was ik opgehouden bij het Afrikaans trommelen&dansen, waardoor Carleen en ik nu werkelijk op elk feestje de blits kunnen maken –en dan misschien meer omdat ‘ze proberen het tenminste’ er vanaf straalt dan dat onze holbewonersdanskunsten van rare sprongen ook overkomen zoals we ze bedoelen-. Ook leren we steeds meer liedjes; de Nigeriaanse hit “If you do me I do you” waarvan elke man wild de dansvloer op rolt zodra deze door de boxen schalt (en muziekboxen kunnen hier ook aan de rand van de straat staan, gewoon om even wat extra geluid aan het straatbeeld toe te voegen. Een oeverloze herrie, maar ook een spontaan dansende menigte is het gevolg), maar ook bravere liedjes die het ondeugende gehalte compenseren als “dank u God voor uw zegen, door U ben ik gelukkig” behoort tot ons repetoir (dit gaat uiteraard gepaard met onze brave, onschuldige, toegewijde engelengezichtjes) maar dan gezongen in Twi, de taal die wordt gesproken in de Ashantiregion (rondom Kumasi).
Na een tijd in Cape Coast te hebben gespendeerd waar ook nog wat minder mooi cultureel erfgoed van Nederland hebben bezocht; het beruchte slavenfort, zijn we voor het weekend vertrokken naar een wel heel apart dorp: een dorp op palen! Het heeft ook een aparte naam: Nuzulezo.
Zaterdagochtend vertrokken we vanuit Cape Coast. Afstand? Ongeveer 100km. Reistijd? 6 uur! De bus vertrekt hier namelijk pas als ie vol zit. Dat heet dan efficient. Tja, er is wat voor te zeggen vanuit de trotrodrivers perspectief, maar als jij de eerste passagier bent en moet gaan wachten tot ie vol zit, is dat voor je reistijdrate wat minder efficient. En met vol bedoelen we trouwens ook echt vol: In een busje van 8 gaan met gemak 15 ghanezen en nog twee obrunis met backpack op schoot. Lekker plakken en zweten tegen elkaar aan; hmmm! Dat is wel heel letterlijk intergreren.
Op het “busstation” (een zanderige open plek te herkennen aan nog meer mensen die door elkaar krioelen dan normaal, onder het geluid van de ingehuurde trotro-mates, die bestemmingen met exotische Afrikaanse plaatsnamen door elkaar schreeuwen, en natuurlijk: de bestelbusjes. De busjes komen uit Europa; alles wat bij ons niet meer door de APK komt, dat wil zeggen, de bodem ligt eruit of de kilometerteller is kapot of de remmen zijn totaal versleten… al die busjes worden door Ghana gretig opgekocht en daarmee verplaatsen Carleen en ik ons dapper van plek A naar B, of in dit geval, van Cape Coast naar Nzulezo, als die bus vol zit tenminste…). Als we tussen alle chaos ons eigen busje hebben gevonden, zit er nog maar 1 iemand in; dit is waar we Meetus ontmoeten.
We maken een praatje, en in tegenstelling tot andere Ghanezen, speelt hij (of wij?) het klaar om 5 minuten te converseren zonder dat het woord “marriage” te gebruiken of ons telefoonnummer te vragen: een wonder? We besluiten bijna van wel en Meetus krijgt ons voordeel van de twijfel en wordt dus een klein beetje onze friend.
Voor de zekerheid wordt echter wel Hans in het leven geroepen.
Ik stel aan u voor: mijn echtgenoot! Hans.
Onwijs lekkere vent, startende ondernemer, Nederlander (zij een beetje meditereaans bloed, dat doet t altijd goed; hij moet wel sexy blijven) en, moet toegeven, hij heeft niet zo’n heeeel originele naam maar hee, t gaat om de inhoud he?
Helaas heeft Hans, een week voordat we aan onze jaarlijkse get-away (dit jaar dus naar Ghana) zouden beginnen, zojuist zijn been gebroken! Niks ernstigs, complete geneesbaar. Nee, niet uitgegleden in de badkamer of zoiets sufs. Nee! Mijn Hans is buiten entrepreneurial ook nog eens handig dus ging hij met z’n coca-cola-reclame-lijf (want tja, met zo’n echtgenoot als ik blijf je in shape he) midden op de dag, de dakkapel in onze slaapkamer repareren. De lieverd. Maar, al kijkend naar zijn spiermassa en de handigheid waarmee hij met ontbloot bovenlijf daar in de dakgoot stond te manouvreren, maakte natuurlijk dat ik met hem wel even een glaasje limonade wilde drinken. Dus ik sta in de tuin en zeg; Hans, kom van dat dak af!
Nou daar ging ie wel HEEL fanatiek. Hoppaaa, been gebroken. Hans was toch niet zo in balans. Dus chau reizen met z’n wife in Ghana… (ik weet het, als Hans-coca-cola-guy in dit verhaal mijn geheime minnaar was geweest of de glazenwasser was het allemaal veel spannender geweest; ligt daar een coca-cola-hunk met gebroken been in je tuin…! Leg dat maar eens uit! Maargoed, ik mag niet klagen; ik heb m tenslotte als husband).
However, Hans kon nu dus wel heel de zomer studio sport kijken naar die verdomde olympische spleen (toen we de reis boekte was ik blij dat hij het even was vergeten) maar ik kan nog geirriteerd raken als ik denk aan zijn beteuterde gezicht toen hij erachter kwam dat we tijdens de Olympische Spelen in Ghana zouden zitten. Ha, nu zit ie lekker thuis met z’n pootje omhoog voor de tv.
Maar gelukkig was daar mijn redding: Carleen Boersma, jawel. Hartsvriendin, en gelukkig verloofd met Jjjjjjjjjjjjjjjaaap! (ik moet toegeven; wederom is onze naamkeuze een beetje ongelukkig, improvistatie is all). Maar Jaap is een mazzelaar, die werkt deze zomer namelijk in Peking. Over Jaaps lijf of uitmuntende karakter laat ik me verder niet uit, daarvoor moet je bij Car zijn, maar eind goed al goed: Carleen en ik konden mooi samen op reis.
En Hans zit thuis op de bank maar de teamgenoten uit zijn hockeyelftal (we misten het ballerigheidsgehalte nog in deze heerlijke man; zijnde mijn echtgenoot) nemen hem gelukkig af en toe mee uit ofzo (of ze regelen een lapdance voor m terwijl ik hier in Ghana zit, echt wat voor hun).

However, Meetus is mateloos geinteresseerd en ook wij zelf hebben er met de minuut meer plezier in.
En voor degenen die graag in Hans’ schoenen hadden willen staan (al valt er weinig te staan met een gebroken been) maar ik heb het hier over het drinken van een glaasje limonade, kan ik maar een ding zeggen: stupid fools! NIET EEN smsje met “boyfriend aan” ontvangen. Dit was je kans geweest. Als ze in Ghana zouden weten dat ik over zoooo’n schamele achterban beschik in Nederland laten ze me geen dag langer heel…
Nee, dan heb ik gelukkig Hans… Op hem kan je altijd rekenen!
Goed, dat werd ook zo Meetus in z’n oren geknoopt. Wat het gesprek een heel andere wending gaf dan de gebruikelijke onderhandelingen over huwelijksvoorwaarden.
Want, zo ontdekten we, Meetus is geen Ghanees maar komt uit Liberie. Toen daar de laatste oorlog uitbrak –na vele voorgaande burgeroorlogen- en de ene massamoord na de andere plaatsvond, is hij in 2000 gevlucht voor het nieuwe regime. Zijn ouders was hij op die paniekerige dag kwijtgeraakt en alleen zijn zus en hij hadden de weg kunnen vinden naar een vrachtschip. Zonder bezittingen, zonder eten en drinken, in erbarmelijke omstandigheden, niet wetend waar en wanneer en of ze weer aan wal zouden komen, zijn ze uiteindelijk in de Ivoorkust aangekomen. Omdat ik net over de oorlog in Liberie had gelezen kon ik hem wat dingen vragen, en vanwege onze oprechte interesse vertelde hij naar aanleiding van onze vragen dingen over de reis en over zijn leven. Ik werd geraakt, ook al is het maar een fractie van de daadwerkelijke werkelijkheid, die tot je doordringt.
Meetus zat nu al 6 jaar in Ghana, in het refugeecamp van de United Nations. Ha een redelijk betalende, maar onzekere en zwaar lichamelijke baan in de bouw (ondanks zijn graad in economie), om toch rond te komen.
Het gesprek in de trotro, die na een uur wachten eindelijk gevuld was (een record tot nu toe) eindelijk ging reiden, stuurde hij al snel op andere, lichtere dingen, als mijn huwelijksperikelen met Hans, de algemeenheid van Afrikaanse burgeroorlogen en welke rol de (de)kolonalisatie hierin heeft gespeeld, etcetera.
Maar Meetus liet het niet na om ons uit te nodigen op het vluchtelingenkamp, misschien de andere dag, als wij wilden?

We beloofden te bellen en vervolgden onze reis naar het dorp op palen. Na een reis van 6 uur in totaal kwamen we uiteindelijk in de korte schemering per kano aan bij de stiltvillage; hier leven 300 mensen op palen; ze koken, eten, slapen, trouwen, sterven er en worden er geboren, gaan er naar school en naar de kerk. En voor handel, voor een eventueel inkomen, gaan ze naar het vasteland waar zee en akkertje hebben. Maar met name leven ze van de vis, die ze uit het zoetwater meer halen.
Eenmaal aangekomen worden we begroet door Daniel, de eigenaar van de enige homestay die het dorp rijk is, een joviale man van in de dertig met een kinderlijk gezicht. Met zweem van trots verteld hij dat iedereen hem in het dorp ‘de manager’ noemt en voegt daar snel breed glimlachend een vals bescheiden “maar dat is natuurlijk nergens voor nodig” aan toe.
Hij neemt ons direct mee voor een rondleiding “this is the mainroad” zegt hij bij een lange stijger, waaraan kliene stijgertjes vastzitten die naar de hutjes (tevens op palen boven het water van dit zoetwatermeer) leiden, en een soort klaslokaal versierd met verjaardagsslingers en een kruis aan de muur “this is the church.”
Nou, prachtig.
Bij het einde van de tour besluit hij met “I want to marry a white lady” (goh wat origineel) en wordt hoopvol naar mijn burgerlijke status gevraagd (en nee, dan hebben ze het niet over of je wel of geen ‘lid’ bent van een/de studentenvereniging en dus wel of geen burger bent ;-)), en dus mag Hans weer zijn intrede doen. Zo fijn, heb je net een huwelijk komt hij nu al van pas! Als ook Carleen geen huwelijksperspectieven biedt, troost ik hem met het feit dat ik een heel leuk zusje heb thuis. (Ja sorry Annemijn, ik heb je hier al meerdere malen uitgehuwelijkt, iedereen ziet erg uit naar je komst in Ghana… Enne, sorry Brundt). Daniel was tevreden.

We zitten knus bij een olielampje voor ons rietenbamboohutje-op-palen de Ghanese rijst-met-stew hap voor hap naar binnen te werken (je raakt er zo onderhand echt aan gewend), en wat gasten die zich uit alle hoeken of palen bij ons op de verande hebben verzameld, vergezellen ons met sterke verhalen gepaard met een nog sterkere drank; lokale gin.
Gin is de drank van Ghana. Ze brouwen hem zelf; eerst tappen ze palmwijn (dat gaat ook echt zoals jeje voorstelt: je boort een gat in een palmboomsoort –raffia-, en het sap wat eruitkomt is palmwijn), de palmwijn kook je en de condens van je op en die filter je; klaar is je gin.
Zo’n pure ‘vers sapje gin’ hadden we hier, en wij mochten het wel eens even proberen. Dapper staken we onze neus in de mok (bij gebrek aan glazen?) met vloeistof wat je zou gebruiken om de nagellak van je vingers te krijgen… en… die we onder aanmoedigend gejoel van onze toeschouwers stoer achterover atten. (staaltje accepteren-incasseren-pro-actief reageren, allemaal part van de AIESEC Experience).
Huppaaa, de avond was begonnen.

Daniel komt weer even bij zijn guests kijken, en hij blijkt niet alleen de eigenaar van de enige homestay, maar ook van de enige bar die Nuzulegu rijk is. Voor deze special guest (and only guests) wordt in dit dorp, waar zonet het water rustgevend vredig tegen de vlonders klokt, de generator aangezet en ging het (blauwe) licht aan in NzulezuBar, MET muziek.
Dat eeuwenoude hits als “just give me the light” of “P.I.M.P.” hun weg hebben gevonden tot dit dorp in the middle of nowhere… dat noem ik nog eens een hoog staaltje globalisatie, dank u.
De dansvloer is in een no-time gedomineerd door alle mannen, en je kan geen tel met de ene dansen of je wordt alweer geschaakt door de ander. De muziek gaat zo hard dat het spiegelgladde water op elke beat jurresic park ringen vertoond en we dansen onze ass eraf.
Maar met Hans in mijn hoofd en in mijn hart, schuif ik als de diesel van de generator op is, de muziek abrupt stopt en het licht uitgaat, braaf mijn rieten bedje in. Niet ingaande op het “do you want to see my body? Let’s go swim.” (dit natuurlijk alleen omdat de nacht zo donkerzwart was, dat ik er niet van zou kunnen profiteren; ‘let’s safe that for tomorrow’ Slim he? Niet tegen Hans zeggen)

De volgende ochtend worden we safe and sound weer wakker, en genieten we een ontbijtje en een ochtendswim van de morgen.

Weer met voeten op het vastenland besluiten we om naar het vluchtenlingenkamp te gaan en onze vriend Meetus te gaan beozkeen. Meetus is erg blij ons weer te zien en stelt ons voor aan zijn vriend (“broter”) diens vrouw en jonge dochtertje Cyntia. Eerst krijgen we eten; weer een ongekende niet te herdefinieren Afrikaanse creatie, “and we share the meal, like friends”, zegt Meetus plechtig, waarna we met onze handen een voor een in de pan met rijst&saus graaien.
Hierna krijgen we een rondleiding door het kamp van Meetus. Het kamp is een grote community van alle vluchtelingen voortgekomen na de vele oorlogen van de dekolonalisatie (verschillende groeperingen in Afrikaanse landen met eeuwenoude histories die om de macht vochten). Er zijn wijken met vluchtelingen uit Sierra Leone, Senegal, Liberie, Sudan en Zimbabwe… Alles left al zo lang samen in deze heel kleine ‘huisjes’ en moet zijn potje maar bij elkaar zien te verdienen zonder het recht een bestaan op te bouwen in een land.
Visaregelingen zijn hier nog trager dan in Nederland. En echt behoefte aan intergratie ontbreekt zowel bij de vluchtelingen als bij de Ghanezen. Ze behoren tot een andere stam, een ander volk, een ander land, andere grond. Ze willen niet in Ghana wonen, en evenmin wacht Ghana op nog meer mensen zonder kapitaal.
Vluchteling zijn in een land als Ghana, een van de welvarendste landen van Afrika, biet ook niet veel perspectieven. De werkloosheidsgraad is ook in Ghana hoog, en Ghanezen krijgen eerder de baan dan een vluchteling. Dus dan ben je bijna beter af als inwoner van het vluchtelingenkamp, waar je tenminste nog verzekerd bent van een dak boven je hoofd. Meetus woont hier dan ook al 8 jaar.

Na een stuk lopen komen zijn we in de rimboe belandt, en komen we aan bij een plek waar ze palmwijn en gin maken. We kopen voor 15 pesoas (10 eurocent) een jerrycan palmwine, en dan komen langzaam aan alle verhalen……

Over de oorlog in Liberie. Over het vluchten van daar naar hier. Hun ‘reis’ die ze maken, waar nog steds geen eidne aan is gekomen. Mensen heimelijk op zoek naar een beter bestaan, en dan niet alleen Meetus (econoom), maar ook zijn vriend Eddie, die nu in plaats van mechanicus als “jager&verzamelaar” elke dag de jungle in trek tom zijn potje bij elkaar te verzamelen. Of zijn vrouw, schoonheidsspecialiste en kapster; maar waar haalt ze het recht (in de zin van staatsburgerschap) vandaan en dan in tweede plaats het kapitaal, om daar iets mee te doen; wie heeft er uberhaupt geld om naar de kapper te gaan? Zij zit thuis en is bij Cyntia. Wachten, op een beter bestaan.

Als je alleen al door dat kamp loopt, dat zo inmens groot is, waar huwelijken plaatsvinden en mensen sterven, geboren worden en opgroeien tot…. wat? Geen burgerschap, wel talenten en potentie. Zoveel menselijk ‘kunnen’ wat ongebruikt blijft. Zoveel mensen die daar leven, zonder ‘te bestaan’. Meetus kan al 8 jaar niets! Dan bezig zijn met de volgende dag, en zorgen dat hij genoeg geld verdiend om die te halen.
Waar horen ze bij? Wie zijn ze? En welke verschrikkelijke verhalen en trauma’s dragen ze met zich mee? Bestaat er uberhaupt nog zoiets als “thuis” of is dat samen met zijn ouders, niet meer dan een herinnering die met de oorlog ten onder is gegaan.
Wat doe je, als je ook echt geen mogelijkheden HEBT? En niet meer over de capiciteiten (en het netwerk) beschikt waar de oorlog elke inch van heeft weggeroofd?
Wat moet je dan?

Wij, Carleen en ik, liken daar voor Meetus HET juiste antwoord op. Hij had ons gevonden, het lot had hem ons gebracht. Wij waren zijn redding.
Alleen met zijn beste vriend en diens echtgenote wilde hij ons delen. Wij zijn het antwoord op zijn gebeden aan God, op zijn zorgen tijddens die lange slapeloze door muggen en nachtmerries geplaagde nachten, woelend over hoe het nu verder moest met zijn leven. Daarom had hij ons nu meegenomen naar deze speciale plek, om dit speciale moment met ons te delen, de brouwerij (dit hutje in de jungle), waar “normaly we come here, to drink and to forget about our misery for a moment”, waar ik me na verhalen over verkrachtingen, moorden, angst en onrecht, wel wat bij kon voorstellen, en we nemen plaats onder de rieten overkapping en dan komt het:

“You have to help me.” Please. Wij zijn de redding, het witte gezicht, de sleutel naar geluk, welvaart, een zeker bestaan. Wij kunnen reizen, naar Ghana komen, zijn zelfstandige, weldoorvoede, goed gebekte vrouwen. Dragen/hebben leding. Hebben een backpack waarvan het compartiment gevuld met lingerie al groter is dan de inhoud van hun garderobe, hebben de luxe om naar een land te komen en ‘dingen te gaan bekijken’; alsof ere en tijd bestaat dat je niet in de onzekerheid hoeft te leven over morgen…
Als wij dat allemaal hebben, en ook nog zulke aardige leuke, door god gestuurde meisjes zijn, dan kunnen wij toch heel misschien, alsjeblieft, wel een visum regelen? Of een sponsorship? Please?

Euhm ja, neem dan maar eens een slokje zurige palmwijn, om eens na te denken wat je daar op moet zeggen…

Heel je hart gaat naar deze mensen uit, die net de donkere dagen van hun leven met je hebben gedeeld, en er schieten bizarre gedachtes door je hoofd, alleen maar omdat je zou willen dat het mogelijk was: brieven aan Balkenende ofzoiets; maar deze idiotie beklijft niet langer dan een luttele seconde.
My god, een visum regelen, hoe moeten we daar nu aan beginnen? Die competenties heb ik niet. (AIESEC, misschien een idée voor een training volgend jaar?) Sponsorship? Maar voor wat dan? Waar moet iemand zonder recht om iets op te starten of zonder beginpunt, met geld?
Je wil wel, voor hun, maar tegelijkertijd besef je de onmogelijkheid van dit verzoek, en ben je het er nog mee eens ook. Dit kan niet. Zo werkt het niet.

3 paar hoopvolle, smekende, donkerbruine ogen kijken je verwachtingsvol aan. En het dropje van 4 met opeetbekkie en te dunne poljes pakt je hand en kruipt eens lekker bij je op schoot. Het zijn zulke lieve mensen, er is zoveel potentie, kan ik dan echt niets doen? Stubborn ga je een nieuwe zinloze brainstormsessie tegemoed.
In hun ogen kan ik het regelen, zeggen dat ik het niet kan zal betekenen dat ik het niet wil, dat ik hun afwijs als brothers, friends, family, en dat terwijl we daarstraks nog rijst uit aten uit dezelfde pan en nu wijn drinken uit dezelfde jerrycan: we’re brothers. You can’t let them/us down.

Maar je put jezelf together, wisselt een veelbetekende blik met Carleen, schraapt je keel, en begint uit te leggen hoe ingewikkeld het is om een visum te krijgen in Nederland, dat er in Nederland nota bene ook vluchtelingen zijn die dan eerst gaan, en dat er een system voor bestaat, waarbij niks helpt of je relaties hebt in politiek, of kapitaalkrachtig bent. Dus “regels zijn regels”, of is dat alleen zo, omdat de benefit uitgaat, voor degene die ze maakt? Welk recht of welke regel geldt er dan voor hun?

De teleurstelling verschijnt in hun ogen: jij bent toch blank? Teleurstelling vanwege het feit dat ik niks kan doen, of vanwege het feit dat ik ze in hun ogen afwijs als vriend? Ik begin ervan aan mezelf te twijfelen: wat kan ik dat? Kan ik echt niks doen? Maar waarom dan wel voor hun, en niet voor de rest die in dat kamp zit?
Het is ook wel heel makkelijk dat ik weet dat ik vanavond weer in een gespreid bedje slaap met het zoemende slaapverwekkende geluid van de ventilator boven mijn hoofd en de ipod op slaapstand, morgen zo goed als verzekerd bent van een kop (oplos)koffie en een duik in zee…

Al discusierend raast mijn mind al seen razende door met wat ik wel voor hunk an doen. Ik herinner me de bedeelde vriend in Accra, Alan, die bezig is hier in de buisiness. Hij heeft een netwerk, hij heeft contacten, en belangrijker nog; geld. Hij kan vast wel een baan of vaste aansteling regelen met een bijgaand Ghanees visum. Dit is een point to start from…
Het was niet bepaald waar ze op hoopten, ze waren tenslotte Liberianen, wat moisten ze in Ghana. Ghana was ook arm. We willen naar Nederland. Ik was de kip met het gouden ei, ze wilden geen zilveren.
Nieuwe details over de oorlog worden verteld, bijna als feiten, zonder emotie, en opnieuw zetten ze hun struggle for life uiteen. En opnieuw werd aan ons een visum verzocht.

Toen was het bij mij ook even op. We hebben een lange reis terug naar Cape Coast, dus accepteetje palmwijn en ik schaam me als ik enigzinds opgelucht ben als ik de taxideur achter me dicht trek.
Hun lot werd in mijn handen gelegd en ik kon het niet oplossen. Evenmin voor de 1000en anderen die daar zitten. En zo makkelijk is het: je stapt in een taxi en rijd weer bijna als zomaar met elke meter verder weg, weer je eigen wereld in.

Tochkan ik het niet loslaten, de amandelbruine diepe donkere ogen en de verhalen van de vrouw, vervuld van ongeevenaarde passie om iets te DOEN, maar niet de middelen noch het recht om iets te beginnen, lag als een steen in mijn maag.

De volgende dag, maandag, was het dus ook even helemaal klaar. We besloten alle culturele plannen voor die dag te cancelen en de voorgaande gebeurtenissen even te laten bezinken. Je krijgt heel veel ellende in 1x naar binnen en je incasseert het ook wel gelijk, maar op de een of andere manier moet het bij mij stukje bij beetje ook weer naar buiten komen in de vorm van woorden, en zo stukje bij beetje de problematiek en jou rol hierin, uitpluizen.

We chillen aan het strand waar ik Carleen van haar rasta ontdoe en gaan verder lekker uiteten. We zeggen niet zoveel, allebei nog steeds een beetje flabbergasthed en geraakt door wat we hebben gezien en beleefd. De stomme dansjes bij wijze van “culturele show” van ons hostel zijn zero op de indrukkenschaal, in vergelijking met die hoopvolle blik, op jou gericht.

Dinsdag verlaten we dan toch Cape Coast en doen stoer een Canopy Walk in het Kakum National Park (zie de foto’s, welke voet is van wie? Wie is de Tefa-teef en wie de absurde persoon die op zilveren boots de afrikaanse jungle doorkruist?).
We slapen tussen kakkerlakken en krokodollingen in Hans Homestay Botel (dat vonden we wel een gepaste naam, is ie toch nog een beetje dichtbij me, Hans).
En woensdag zetten we alweer koers naar Kumasi, waar we ons samen met de LC van Kumasi uit de naad hebben gewerkt (want oja, dat moet ook nog gebeuren!)

Het was superleuk in Kumasi met onder andere een voetbalwedstrijd, zwemles geven aan de LCP (hoe bedoel je humanitair project?) en we zijn een gave actie gestart met de Progressive Academy (een school hier). We gaan nog terug om met deze LC nog meer gaaf werk te doen, en we hebben heeeeeel veel gezien en gedaan en meegemaakt, maar hier laat ik het voor nu even bij.

Bijvoorbeeld het hillarische verhaal hoe ik op een donderdagochtend voor een volle highschoolklas Ghaneze pubers, toch wel enigzinds blozend (maar zonder te lachen!) een condoom om Carleen d’r vingers schoof, bij wijze van “AIDS-voorlichting”, is er een om te bewaren voor de volgende keer. Of dat we bij David (jaarclubgenoot van Jon, red.) en Maarten zijn langs gegaan die hier een weeshuis bouwt, en daar als initatierite van Kokobeng van Apetasie (een andere lokale sterke) mochten ‘genieten’. Dat soort genante feiten en meer, de volgende keer!

Ik hoop dat jullie van de foto’s genieten (‘t zijn er veel, maar de kans dat de uploader het doet is heeeeel klein met deze trage ineternetverbindingen, maar als jullie er in Nederland dan steeds op moeten ‘wachten’, ervaren jullie ook een stukje Ghana-cultuur!).

We zijn nu in Techiman, en gaan de komende tijd alemaal toffee dingen doen zoals op safari en al niet meer!

Keep you posted en oja, mijn vlechtjes zijn er uit.

Liefs,
Liselotte


  • 07 Augustus 2008 - 06:15

    Opahgl:

    Lieve Lotte,
    Het komt uit wat ik je gezegd heb! "Afrika is wonderfull". Ben onder de indruk van je verhaal over dat vluchtelingenkamp en kan me je machteloosheid goed indenken.
    Hans laat je groeten!!!
    Opa

  • 07 Augustus 2008 - 09:28

    Nout:

    zo zeg wat schrijf jij verhalen..! Je doet alvast een stukje praktijkervaring op voor de rest van je studie, inderdaad geen makkelijke kwesties die je daar tegenkomt.
    Veel plezier en succes daar nog en tot in W'ningen!
    grt Nout

  • 07 Augustus 2008 - 09:50

    Milou:

    He lottie,
    wat een verhalen!!
    poepoe, heb nu eindelijk alles bijgelezen!!
    Nog heel veel plezier en succes daar wat een geweldige tijd, heb zin je weer te zien in wageningen!
    liefs Milou

  • 07 Augustus 2008 - 10:07

    Jules!:

    heeeee lot wat een lange verhalen!!!
    t ziet er leuk uit op de fotos.
    ik zit nu in portugal: very nice!!!
    succes daar kus jules

  • 07 Augustus 2008 - 12:39

    Annegeer:

    mooie foto's en mooi verhaal Lot, X An

  • 07 Augustus 2008 - 12:40

    Annegeer:

    ps. als je wil dat ik een oogje in het zeil houd bij Hans, just give me a call ;)
    XX

  • 08 Augustus 2008 - 13:04

    Nienke Uit Waggoe:

    lot! zeer indrukwekkend, kan ergens wel indenken hoe ontzettend machtloos en ellendig je je kan voelen, maar echt begrijpen doen we het nooit he... (oei, wat diepzinnig). En dan te bedenken dat hier volgende week de aid begint en alles gewoon doorgaat. Heb zin je weer te zien!! xx

  • 08 Augustus 2008 - 19:52

    Mijn:

    heeeeeee lotttsie,

    jezus wat een verhaal..
    Maaar lottieeee ik ben zo trots op je!!! En ik vind t leuk dat je me uithuwlijkt hoor, zie ik ook nog eens wat van de wereld.. Maaaaar burnd vind t minder leuk :D

    liefsss en ik mail je nog

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Liselotte Juliane

Miami - Cochabamba - ...... - Ushuaia - Antartica - Sydney - ..... - ...... - Huis

Actief sinds 17 Aug. 2006
Verslag gelezen: 379
Totaal aantal bezoekers 139181

Voorgaande reizen:

28 Augustus 2006 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: